

Vijf maanden naar Sydney. Een avontuur die prachtig eindigde, maar ongelooflijk pittig begon. 22 juli 2019, een dag die ik liever vergeet. Na het verdrietige afscheid op Schiphol begon het echt. Dat besefte ik me maar al te goed. Mijn bagage was al weg en mijn vliegtuig stond klaar. Daar ging ik. Hoe verder ik van Nederland afreisde, hoe groter mijn angst werd. Ten eerste had ik nog nooit zo lang in een vliegtuig gezeten en was ik die hevige turbulentie totaal niet gewend. Daarbij was alles om mij heen vreemd en onbekend. Gelukkig reisde ik met twee meisjes, die ik had leren op Schiphol. Zij waren enthousiast en hadden er zin in. Ik niet. Hoe meer ze over Sydney praatten, hoe misselijker ik werd. Stilletjes probeerde ik mijn tranen weg te drukken. Na 38 vermoeide en angstige uren kwam Sydney Airport in zicht. We moesten ons klaarmaken voor de landing en ik kon maar aan één ding denken: ‘Wat had ik mezelf aangedaan?’. Toen ik eenmaal mijn bagage had, begon de totale paniek. Mijn mobiel kon ik niet meer gebruiken, mijn pincode van mijn creditcard was ik vergeten en de Nederlandse bank had een storing waardoor ik ook niet met mijn bankpas kon betalen. Toen ik ’s avonds laat eindelijk in mijn nieuwe huis mijn koffer had neergezet, was ik doodop. In Nederland was het nog ochtend, maar hier was het 10 uur later en dus gelukkig al tijd om naar bed te gaan. Gelukkig, dacht ik, maar dat werd ik niet. Een jetlag bestaat echt. Na twee dagen in een vliegtuig deed ik alsnog geen oog dicht. Dit gold niet voor de eerste nacht, maar voor de eerste twee weken. Elke dag stond ik, met of zonder slaap, op en probeerde ik er iets van te maken, maar elke nacht was er een vol gedachtes en tranen. En alhoewel ik ongelooflijk mooie dingen zag in mijn eerste weken, kon ik er simpelweg niet van genieten. De eenzaamheid, de heimwee en de angst voor de pijn was te groot. Ik bleef het proberen, maar voor mijn gevoel zat alles me tegen. Daarbij wilde ik ook niets over al die negatieve gevoelens laten merken. Ik moest nieuwe mensen leren kennen en mijn draai vinden. Dat iedereen razend enthousiast is en jij hopeloos depressief zou niet meehelpen. Dus slikte ik m’n tranen weg en zette ik mijn breedste glimlach op. Dit hield ik even vol, maar niet lang. Mijn eeuwige angst voor afwijzing door mijn pijn was in deze totaal onbekende omgeving heviger dan ooit. Net als mijn lichamelijke klachten, waar ik ze nog geen eens over had durven vertellen. Dat hoefde ook niet. Op mijn tweede dag stapte ik uit een bus en schoot de pijn in mijn voet. De pijn was zo hevig, dat ik foto’s moest maken en meteen naar het ziekenhuis werd gestuurd. Er werd geen breuk gevonden. Met het vermoeden van een slijmbeursontsteking, werd ik diezelfde dag nog op krukken naar huis gestuurd.
Wat een pech zou je denken, maar mijn leven op krukken was magisch. Er ging letterlijk een wereld voor me open. Iedereen dacht aan me, wilde mijn spullen tillen en vroeg hoe het ging. Ik werd als ‘the disabled one’ bekend onder de internationale studenten. ‘The disabled one’ die van de dokter moest rusten, maar ’s avonds in de kroeg stond. Echt niet dat ik nu ging thuiszitten. Die pijn stelde niks voor vergeleken bij mijn liezen. Daar liep ik toch ook altijd mee door? M’n surfleraar vond me onverstandig en wilde me thuishouden van surfkamp, ik deed alsof ik hem niet verstond en hupte gewoon de bus in. Verbaasd en overweldigend bij het zien van hoe mensen mij benaderden. De helft vond het grappig en positief dat ik gewoon meeging. De andere helft vond het wel leuk, maar ook dom. Dan maak je het alleen maar erger. ‘In jouw geval misschien’ dacht ik dan, mijn blessures luisteren niet naar rust, die blijven wel. Dan kan je er maar beter het beste van maken. Ik raakte ontroerd bij hoeveel mensen meeleefden. Ze dachten aan me en hielpen me met alles. Zelfs wanneer ik een paar weken later zonder krukken op de campus kwam, vroegen mensen nog steeds aan me hoe het met me ging. Ze vonden het zo erg voor me dat mijn uitwisseling op krukken was begonnen. Ontroerd maar geschokt, was ik bij het feit dat het simpelweg zichtbaar zijn van pijn tot een totaal andere reactie leidde. Dit was het begrip, de erkenning en steun die ik altijd gemist, maar ontzettend nodig had. Niet nodig voor mijn domme enkelblessure van een paar weken, maar voor mijn jarenlange liesklachten waarvan de pijn tien keer zo erg was. Had ik maar altijd krukken gehad dacht ik dan, dat had mijn leven een stuk simpeler gemaakt.
De vraag is of de blessure op mijn tweede dag ‘pech’ of ‘toevallig’ was. Had ik wel mijn voet bezeerd als ik niet zo gestrest was geweest. Ik had toch niets geks gedaan? Waarom kon iedereen om mij heen een afstand lopen en moest ik daarna meteen op krukken? Naast de stemmig, was er totaal geen verschil tussen mij en de rest van de internationale studenten. En daar zat het hem juist in. De stress, het verdriet en de angst om er weer buiten te vallen.
Toen barstte de bom, ik hield het niet meer vol. Ik was ongelukkig, doodop en 5 kilo lichter van de stress. Mijn verdriet kon ik niet meer verbergen. Ik ging me openen, praten met de mensen om mij heen en bloggen voor de mensen thuis. Dat deed me ongelooflijk goed. Het bloggen gaf me inzicht en moed en het praten met anderen gaf me steun en kracht. Mijn pijn werd steeds minder, ik ging me steeds lekkerder voelen en het uiteindelijk ook nog eens leuk vinden. In Sydney deed ik mijn eigen ding. Ik deed precies waar ik zin in had en ook niet meer dan dat. Ik ontdekte mijn favoriete koffietentje en ging bijna dagelijks een bakkie doen met mezelf, bloggen en uren lopen langs zee. Genoeg tijd en ruimte voor reflectie dus. Dat was nodig ook. Want de uitdagingen die ik daar had waren niet mis. Voor iemand met sociale angst en een slaapstoornis werd ik in een huis met 30 studenten en een halfjaar dagelijks in een kamer slapen met andere mensen behoorlijk op de proef gesteld. Het was één groot gedragsexperiment, die ik op geen enkele manier uit de weg ging. Dit maakte het zwaar, ongelooflijk zwaar af en toe, maar des te leerzamer. In een paar maanden tijd leerde ik meer dan in de afgelopen jaren. Ik leerde mezelf kennen, maar ook mijn rol in sociale situaties en mijn relaties met anderen. Ik kreeg inzicht in wie ik was en wie ik wilde zijn. Dat deelde ik ook. Met mijn mensen thuis via een blog en met fijne contacten in Sydney. Ik denk dat vrienden en familie thuis mij nog nooit zo lang gemist hadden, maar tegelijkertijd me ook nog nooit zo goed hadden leren kennen. Mijn leven met chronische pijn was niet langer een gesloten hoofdstuk. Dit maakte het makkelijker voor mensen om mij te begrijpen en voor mij om over te praten, en daarbij had ik nu ook nog eens minder pijn.
Langzaam begon het kwartje te vallen. Door over emoties te praten, had ik minder pijn. Aan alles voelde ik dat mijn mindset een bepalende rol speelde in de intensiteit van mijn klachten. Ik nam tijd voor mezelf, ging verder nadenken over de puzzel, en lag op het strand (laten we eerlijk zijn). Waar kwam die pijn vandaan? Waarom kon ik bij de ene trainer een hele wedstrijd voetballen bij de andere trainer nog geen 10 minuten? Waarom kon ik in de zomer zonder problemen op vakantie en sporten en was het elke dag drama in de winter? Waarom ging hardlopen de ene keer wel, maar de andere keer niet? Hoe was de pijn in beide liezen ontstaan en waarom hield mijn pijn nooit op? Waarom was mijn pijn soms erger dan de andere keer? Waarom kon ik hier in Sydney pijnloos reizen en kostte alles in Nederland me te veel moeite? Jaren had ik mijn lichamelijke belasting bijgehouden en gekeken of de mate van belasting in verband stond met de hoeveelheid pijn. De conclusie was altijd hetzelfde: het maakt niets uit. En dat was toch gek. ‘Overbelasting’ of ‘lichamelijke schade’ kon geen rol spelen bij mijn klachten, want dan zouden mijn klachten erger moeten worden bij meer belasting. En dat was dus niet zo. Het enige verband wat ik ontdekte was stress. Wanneer ik mij goed voelde en vrij ontspannen was, was mijn pijn minder. Wanneer ik mij gestrest, onveilig of onzeker voelde, nam mijn pijn toe.
De oplossing is simpel zou je denken. Gewoon zorgen dat je ontspannen bent. Maar voor iemand die de lat torenhoog legt en zich altijd verantwoordelijk voelt voor anderen, is dat lang niet zo makkelijk. In Australië zonder verplichtingen en met lekker weer ging het nog wel. Maar terug in Nederland was het mega ingewikkeld. Ingewikkeld, maar niet onmogelijk. Dus besloot ik er het beste van te maken en de puzzelstukjes bij elkaar te leggen. Ik zorgde ervoor dat mijn lichamelijke belasting in balans was, maar daarbij focuste ik ook hoe ik in mijn vel zat. In plaats van dagelijks naar revalidatie, probeerde ik Wim Hof en mindfulness. Mind en body zijn met elkaar verbonden, dat had ik in Sydney wel gemerkt. Ik moest zorgen voor minder stress, door mijn frustratie en angst over pijn te uiten, waardoor ik vervolgens minder pijn zou krijgen. Ik was er echt bijna, bij de oplossing van de puzzel. En net toen ik het laatste puzzelstukje wilde neerleggen, zag ik dat die ontbrak.